Bewindvoering

Beschermingsbewind is bedoeld ter bescherming van de vermogensrechtelijke (financiële) belangen van personen. Een bewindvoerder behartigt deze voor hen die daar vanwege hun lichamelijke of psychische toestand, of vanwege sociale omstandigheden structureel, dan wel tijdelijk, niet toe in staat zijn. Voor die groep is het (sinds 1982) mogelijk het vermogen of een deel ervan onder bewind te laten stellen. De bewindvoerder heeft als taak het administreren en beheren van de onder bewind gestelde goederen en toekomstige goederen. Daaronder verstaan we gelden als uitkering, loon, pensioen, maar ook meubilair, sieraden, onroerende zaken, effecten, vorderingen en schulden. Het is ook mogelijk dat het bewind alleen betrekking heeft op een bepaald goed, bijvoorbeeld een huis.

De bewindvoerder beheert tijdelijk of blijvend het vermogen van iemand die onder bewind staat. De bewindvoerder wordt door de kantonrechter aangesteld. Het beheren houdt in dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor de financiële en de praktische kant van het vermogen. De bewindvoerder maakt binnen drie maanden na zijn benoeming een lijst met een beschrijving van het inkomen en vermogen dat onder bewind is gesteld. Dit rapport moet aan de kantonrechter worden voorgelegd. De bewindvoerder legt gedurende het bewind verantwoording af aan de kantonrechter en aan de cliënt. De kantonrechter controleert of de administratie op een correcte wijze wordt uitgevoerd.

De maatregel is destijds in het leven geroepen om de enorme afstand tussen volledig handelingsonbekwame en onder curatele gestelde, personen te verkleinen. Personen die onder bewind worden gesteld blijven in tegenstelling tot onder curatele gestelde personen handelingsbekwaam; zij worden slechts handelingsonbevoegd. De kantonrechter spreekt een dergelijk bewind uit als de betrokkene niet in staat is zelfstandig zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk te behartigen. Hoewel de wet nadrukkelijk de mogelijkheid biedt slechts één of enkele bezittingen (bijvoorbeeld een huis, spaargeld, aandelen, waardevolle schilderijen, enz.) onder bewind te stellen, laat de praktijk zien dat meestal alle bezittingen van de betrokkene, inclusief de toekomstige, onder bewind worden gesteld. Jaarlijks worden ongeveer 6500 bewindvoeringen uitgesproken op grond van artikel 1:431 e.v. BW.